LISSABON TIP 1: BELEM

Ten tijde van het bewind van Manuel I begon men in 1514 met de bouw van de deze toren die midden op de Taag werd gesitueerd en fungeerde als fort. De bouw werd vervolledigd in 1520. De toren van Belém werd gezien als het symbool van de Portugese expansiedrift en haar succes daarvan. Zeelieden die de handelsroutes verkenden vertrokken vanaf dit punt de mondiale wateren op.

Vooral de buitenzijde van de toren is van een ongekende schoonheid. Deze buitenzijde is opgebouwd in een Moorse stijl. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de opengewerkte balkons en wachttorens. De kantelen zijn in de vorm van schilden gebouwd en ook het stenen touwwerk in de afwerking is van een ongekende schoonheid.

Onder het grote terras verschuilt zich een Gotisch interieur. Deze ruimte diende als opslag voor wapens en werd ook gebruikt als gevangenis. Het interieur is niet van dezelfde schoonheid als de buitenzijde, toch loont het om de privévertrekken te bezoeken zodat je kunt genieten van het mooie uitzicht en de loggia bij de gouverneurskamer. Sinds 1987 is het bouwwerk opgenomen in de werelderfgoedlijst van Unesco. Als je in Lissabon bent in de wijk Belém doe je jezelf echt te kort wanneer je de Torre de Belém links laat liggen.

Een ander pareltje in Belém is het Mosteiro dos Jerónimos. In dit klooster word je op een aangename manier geconfronteerd met de periode van grote rijkdom van de Portugese gouden eeuw. De bouw van dit Hiëronymietenklooster startte in 1502 nadat de beroemde ontdekkingsreiziger Vasco da Gama terugkeerde van een reis waar hij met kostbare lading terugkwam. Uiteindelijk werd de bouw voltooid in 1580. In de periode van de bouw hebben meerdere architecten gewerkt aan de totstandkoming en ook werd de bouw tien jaar stilgelegd nadat Manuel I in 1520 kwam te overlijden.

Sinds 1987 is het Mosteiro dos Jerónimos opgenomen in de werelderfgoedlijst van Unesco. De buitenzijde van het klooster wordt gekenmerkt door de sierrijke Manuelstijl. Dat is de naam van de stijl van meerdere gebouwen in Belém en deze naam verwijst naar Manuel I die tijdens de gouden eeuw vaak de opdrachtgever was van veel van de bouwwerken in deze wijk.

Waar de buitenzijde al redelijk indrukwekkend is, is het vooral de binnenzijde van het klooster die van adembenemende schoonheid is. Het klooster is gerealiseerd naar aanleiding van een geslaagde reis van Vasco da Gama naar India. Je ziet in het interieur dan ook duidelijk het maritieme karakter terug. In het klooster vind je ook het graf van de beroemde Portugese ontdekkingsreiziger. Vooral de versiering van het praalgraf vallen op door de zeevaartsymbolen en de hemelglobes. Ook de kapittelzaal oogt indrukwekkend door de hoge pilaren die een lange corridor markeren naar het graf van Alexandre Herculano (1810-1877) die de eerste burgemeester van Belém was. Ook de kloostergang is erg mooi door het verfijnde maaswerk waarmee het is versierd. Dit zijn slechts enkele bezienswaardigheden binnen de muren van het klooster. Ook is er een maritiem museum in de westelijke vleugel van het klooster.

Het Hiëronymietenklooster van Lissabon staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Dat betekent extra belangstelling voor dit prachtige klooster en dus ook hier vrijwel dagelijks lange wachtrijen voor de kassa. Met een vooraf via internet gekocht entreeticket kun je deze rijen zo passeren om aan je bezoek te beginnen.

Het paleis van Belém was de residentie van vele monarchen door de eeuwen heen. Nog altijd is dit de officiële residentie van de president van Portugal. Bij de ingang van het paleis wordt dan ook nog altijd wacht gehouden. Wanneer de Portugese vlag is gehesen is de president aanwezig op het paleis. Het paleis is gelegen op een kleine heuvel en was in het verleden gesitueerd aan de oevers van de Taag. Deze rivier trok zich later echter terug waardoor de tuinen niet meer aan de rivier liggen.

De buitenzijde van het paleis heeft een presidentiële uitstraling. Vooral de binnenzijde van het paleis herbergt enkele prachtige vertrekken. Zo heeft Sala das Bicas een prachtige zwart-witte marmeren vloer en een adembenemende schildering op het plafond. Dit is ook de zaal die regelmatig op televisie en in andere media verschijnt wanneer de president hier zijn gasten ontvangt. Een ander mooi voorbeeld van de indrukwekkende ruimte binnen de muren van het paleis is Sala Dourada dat vertaald kan worden als de gouden kamer. Het mag duidelijk zijn dat de goudkleurige elementen hier in het oog springen.

Tijdens de grote aardbeving in 1755 is de wijk Belém de dans aardig ontsprongen. Zo ook het paleis. Tijdens deze periode heeft het paleis nog gefungeerd als ziekenhuis om de slachtoffers van de gruwelijke aardbeving op te vangen en te verzorgen.

Naast de vele mooie bouwwerken is de wijk Belém ook bekend voor een bepaald gebakje. De Pastéis de Belém is tot ver buiten de grenzen van de wijk een gekende lekkernij. Het is zelfs een nationale lekkernij geworden in heel Portugal. Het is een gebakje van deeg met opstaande randen. In het bakje van deeg wordt vervolgens room gedaan dat dan weer wordt dan wordt afgewerkt met kaneel en rietsuiker en vervolgens wordt geflambeerd. Het gebakje heeft een duidelijk verwantschap aan de crème brulée. Het gebakje heeft nog niet een hele lange geschiedenis. Het wordt verkocht sinds 1837. Toen was Belém nog geen wijk dat onderdeel uitmaakte van Lissabon.

Wat de precieze ingrediënten zijn is een goed bewaard geheim. De officiële receptuur is in handen van Fábrica dos Pastéis de Belém. Het gebakje is in heel Lissabon te verkrijgen bij banketbakkers en cafés. Natuurlijk is het gebakje het lekkerst als je het eet op de plaats waar het zijn herkomst heeft. Zoals de beroemde kok René Redzepi van de Noma al eens zei bepaalt de plek waar je gerechten eet voor een significant deel ook je smaakervaring. Daarom zal een lokaal product het beste smaken op de plaats van herkomst.